Op zondag 7 augustus stapt TeamNL Powerchairhockey in de bus op weg naar Zwitserland, waar ze gaan strijden om de felbegeerde Wereldtitel. In aanloop op dit toernooi maken we eerst kennis met de mannen en vrouwen van Oranje. Wie zijn het? Waarom is hockey zo ontzettend belangrijk voor hen? Wat zijn hun doelen? Gaan we dit winnen? Echt alles komt voorbij in deze serie van verhalen. Dit keer is het Tim die zijn verhaal doet:
Als bij iemand het hockey met de paplepel is ingegoten, dan is het bij de 22-jarige Tim Heere uit Hoogeveen wel. Deze HBO-Rechten student en speler van E-team Emmen is immers de zoon van Läslo Heere, voormalig speler uit de jaren 80 en 90 en jarenlang actief binnen het Powerchairhockey.
“Ik was echt heel jong toen begon met hockeyen. Mijn vader nam mij altijd naar de training van de Stick Flyers en was direct verkocht. Omdat wij dezelfde zenuwaandoening, HMSN type 2 hebben, wist ik natuurlijk dat hockey voor mij de juiste sportkeuze zou zijn. Ik kende zijn verhalen van vroeger natuurlijk. Alleen waren het in die tijd wel slakken zeg, in vergelijking met de rolstoelen nu. In het begin speelde ik nog met mijn vader samen in een team, veel geleerd van die “ouwe”. Mooie tijd!
Sport is voor iedereen belangrijk, maakt niet uit of je nu een beperking hebt of niet. Alleen is het voor ons altijd wel zoeken om een sport te vinden die je ook kunt beoefenen. Als je een spierziekte hebt is dit altijd een vanzelfsprekendheid.
In 2010 mocht ik voor het eerst meetrainen met de oranje-selectie en als 11-jarige speler speelde ik in 2012 mijn eerste EK in Finland. Ik was hartstikke jong, maar wat was dat een supergave ervaring. Daarna ben ik een hele lange periode niet bij TeamNL Powerchairhockey betrokken geweest. Sinds een paar jaar zit ik er gelukkig weer bij en maakte deel uit van het team dat in 2019 de Breda Paragames en onlangs de IPCH Bever Dutch Nations Cup won.
Powerchairhockey is altijd heel belangrijk in huize Heere geweest. Het gaat aan tafel nergens anders over tegenwoordig. Helemaal nu het WK er aan komt. Het is vooral zo’n leuke sport omdat het een teamsport is. Voor je teamgenoten door het vuur gaan en andersom, geeft altijd een geweldig gevoel. Het hockey heeft mij mooie vriendschappen opgeleverd.
Je kan wel elke dag met je vader over hockey discussiëren, maar er zal toch ook getraind moeten worden. Iedere zaterdag trainen we E-team Emmen, deze training duurt 2 tot 3 uur. Daarnaast traint de oranje-selectie op zondag gemiddeld 2x per maand. Voor mij is dat altijd wel een stukje rijden vanuit Hogeveen, maar zeker de moeite waard. Sporten op hoog niveau betekent nu eenmaal ook investeren, daarin verschillen we niet.
Ik vind mijzelf wel een allround speler, maar mijn techniek is mijn allersterkste punt. De bal onverwachts op het doel pushen is mijn beste wapen. Uiteraard ben ik ook kritisch over mijn spel. Ik vind bijvoorbeeld dat ik het tempo van de wedstrijd beter kan -en mag controleren. Ook wil ik mijzelf nog meer tot leider in het veld ontwikkelen. Maar eigenlijk wil ik vooral alles winnen wat er te winnen valt, want ik heb een hekel aan verliezen. En voor de toekomst…. misschien ooit op een dag met mijn zusje in het Nederlands team spelen.”